Op 7 oktober 2024 was het voor de 24e keer dat er een de herdenking bij het monument voor Joods Werkkamp Molengoot in Collendoorn-Hardenberg werd gehouden. Een waardige en plechtige bijeenkomst. Na een inleidend welkomstwoord door voorzitster Jannie Wiegman van de stichting Joods Werkkamp Moengoot sprak namens de gemeente mevrouw Simone Hof. Door Marlou en Frank van Essen werden de sprekers met muziek en zang afgewisseld. Een van de sprekers was mevr. Deborah Maarsen-Laufer uit Amsterdam. Zij vertelde haar indringende verhaal, hoe zij toen als 2 jarig meisje de gruwelen en verschrikkingen van 3 concentratiekampen overleefde en wat dit nu nog dagelijks met haar en haar kinderen doet ook in de context wat zich vandaag precies een jaar geleden afspeelde in Israël. ’s Ochtends verzorgde ze een gastles voor leerlingen van CBS De Marsweijde waar veel vragen werden gesteld. Door een leerling van het Greijdanus College werd een van de laatste brieven van Siem Loonstijn en Flip Slier aan de familie Vrijling voorgelezen die als een soort pleegfamilie voor hen zorgden. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werden de toen 155 in het kamp verblijvende Joodse mannen veelal uit Amsterdam afkomstig afgevoerd naar Kamp Westerbork en vandaar in veewagons naar de concentratiekampen waar ze direct na aankomst of na enkele dagen werden vermoord. Vergast alleen omdat ze Joods waren. De namen van 279 mannen die tussen april en 2 oktober 1942 in Kamp Molengoot verbleven werden genoemd door leerlingen van CBS De Marsweijde en het Greydanus College. Door hoofdrabbijn kolonel Menachem Sebbag van het ministerie van defensie werden de gebeden Kaddiesj en Jiskor uitgesproken waarna de Sjofar werd geblazen en 2 minuten stilte in acht werd genomen. Gevolgd door de volksliederen Hatikwa en het Wilhelmus 1 en 6. Hierna volgde de kranslegging. Twee leden van het bestuur van het Platform van kerken legden een krans namens de gezamenlijke kerken.
De bijeenkomst werd afgesloten met een rondgang langs het monument en naar Joods gebruik een steentje achtergelaten als teken van onvergankelijkheid dat deze mannen nooit zullen worden vergeten en hun namen genoemd blijven worden. (overgenomen van P. van Weerden)